Zoals gezegd worden we allemaal eindelijk eens wat later dan half zeven wakker... Jij zou echt trots op ons zijn! Ook is het huisje inmiddels koel, doordat we weten hoe we met ventilatie en ramen open, ramen dicht moeten spelen. We luieren dus allemaal nog wat in bed. Dan is het tijd om te ontbijten en voor te bereiden op het SUPpen. We worden opgehaald (luxe!) en we gaan naar WindBlue Sports. Binnen no time staan we op het strand en op de SUPs. Alleen Gijs vind het niks... Hij durft niet zo goed, omdat hij hier niet kan staan en het "heel diep" is. Ik praat met hem, vertel dat niks hoeft en alles mag en waarom hij het niks vind. Hij is overduidelijk bang. Heel vreemd, want hij is een echte waterrat, houdt van octopussen, haaien en andere zee dieren en nu durft hij niet. Ik zie de tranen in zijn ogen... Dit is de "menens" Gijs. Ik kijk naar Dana die vermaakt zich onwijs. Gijs wil terug. Moeilijk! Gijs is vanwege zijn ASS natuurlijk ook iemand die eerst een beetje over de drempel geduwd moet worden, om te zien dat iets leuk/niet eng/gezellig/spannend, maar cool is... Maar hier twijfel ik. In het gesprek snikt hij dat hij bang is voor de dieren, zoals de haaien en de octopussen. Ik snap er niks van en vermoed dat het vermoeidheid en spanning is. Ergens ben ik blij dat hij de grote, open en diepe zee ook ziet als iets dat je zeker niet moet onderschatten. Ik zeg hem dat hij niet hoeft te zwemmen, niet hoeft te staan of andere moeilijke dingen, maar dat hij het wél heel goed kan (en dat is oprecht, het peddelen en sturen gaat hem echt veel beter af dan ik dacht). Hij blijft zeuren dat hij terug wil, dus ik zeg hem ook dat de rest dat niet wil en dat we pas terug gaan als het grootste deel van de mensen dat wil of als de tijd om is. Hij kan dus kiezen om die tijd chagrijnig door te brengen of door mee te doen en ik zeg hem dat het laatste voor iedereen leuker is. Het helpt, hij zwemt niet, maar hij doet mee, al durft hij niet heel ver. Niet lang daarna is iedereen moe, er staat een sterke stroom en we besluiten terug te keren. Eenmaal terug vraagt Gijs of hij mag zwemmen tot de meneer van Windblue Sports ons komt ophalen. Schiet mij maar lek. Ik vind dit soort momenten zo lastig schat, ik mis jouw (vaak andere) kijk op de zaken. Ik mis dat we ons dan niet kunnen splitsen en aandacht kunnen geven aan beiden. Kunnen delen in het plezier van Dana en de angst van Gijs. Na een halve overstroming door de golven van de binnenvarende Ferry, worden we opgehaald van het strand en daarna weer opgepikt om afgezet te worden bij het hotel. Ik ben moe en Hangry en de kinderen zijn dat ook. Het escaleert tussen Dana en mij en er vallen rake woorden... Dana zegt: "Je doet al de hele week boos tegen ons! Zoals je nu ook doet!" En ik schrik, ben verdrietig en boos, maar wil haar geen gelijk geven, want ik doe er alles aan om het ze naar de zin te maken, terwijl ik het zelf heel lastig vind. Maar er zit ook een kern van waarheid in. Ik vertel haar dat ik echt mijn best doe, maar soms gefrustreerd raak, omdat als ik vraag wat ze willen of nodig hebben of waar ze zin in hebben er schouderophalende "weet ik veel reacties" op komen. Pisnijdig gaan we aan de lunch... KUT dit is niet leuk! Wat nu? Maar we vullen onze magen, trekken wat bij en de storm lijkt bekoeld. De angel is er uit...