Ik gooi er maar weer eens even lekker een taboe tegenaan, huidhonger... Ik heb het zo ondertussen wel een beetje... Maar mag dat eigenlijk wel?
Afhankelijk van welke persoon je zou spreken is het heel erg verschillend of ze me zullen bestempelen als een knuffelaar of niet. Feit is dat aanraken en aangeraakt worden noodzakelijk onderdeel is van mens zijn en ik ben voor zover ik weet een mens.
Maar... wel een heel raar mens...
Er zijn mensen die heel vrij en amicaal zijn (soms zonder daar zelf bewust van te zijn) die wat mij betreft iets te dicht in mijn persoonlijke bubbel komen. Die hou ik - soms met een duidelijke vuurspuwende blik - op afstand, zodat er geen onduidelijkheid over bestaat. Dat wil overigens niet zeggen dat ik deze mensen niet mag, integendeel soms, soms staan deze mensen juist heel dicht bij me, maar op een ander level en dan behoort lichamelijke affectie niet aan die relatie toe.
Er is sinds Bram's overlijden 1 mensje over in mijn leven, waarbij knuffelen, aanraken, kietelen, stoeien, aaien en door haren woelen, als vanzelf gaat, ik hoef er niet over na te denken, me er niet voor te schamen en hij ook niet; Gijs!
Gijs vind kroelen gelukkig nog heerlijk. Bij Dana kan er soms nog wel eens een knuffel of kus vanaf, ze wil zich ook nog wel eens in een kietelgevecht mengen en ALS ze dan een keertje haar verdriet eruit laat, dan kan dat heel soms ook wel eens in mijn armen, maar ze is eigenlijk voornamelijk "overgenomen door puberale hormonen" die affectie van je moeder afkeuren op hoog "rollende ogen" niveau! En die vuurspuwende blik, komt me dan opeens ergens bekend van voor...
Maar de laatste tijd merk ik steeds vaker dat ik verlang naar een volwassen arm om mijn schouder, een hand op mijn rug, een warm lijf om tegen te leunen. Ik heb zoals ze dat noemen Huidhonger.
Corona verergerd het alleen maar, want zelfs de kleine aanrakingen, zoals een duwtje tegen je schouder ("Ga wèèèg, méén je niet!" -> duwtje), een hand op jou hand ("Ik ben er voor je!" -> hand op hand leggen), een klopje op je been ("Komt wel goed!" -> klopje), de dingen die zelfs met minder bekende mensen voorvallen; ze mogen allemaal niet meer! Juist nu, terwijl mijn lijf schreeuwt om een beetje aanraking en warmte! Maar jeetje mina wat is dat lastig om uit te spreken! Vooral ook voor mezelf. Want het verlangen is er wel, maar de persoon die daar uitermate geschikt voor was (en waarvan het tevens Corona technisch toegestaan zou zijn), is er niet meer.
De steun die je krijgt van een knuffel als je uit je werk komt, zonder dat je erom hebt moeten vragen of zonder uitleg... Gewoon "kom maar even hier, ik hou je even vast...", de warmte die je voelt als je na een lange dag terwijl iedereen trek heeft staat te koken en hij van achter even zijn handen om je middel slaat, zijn stoppeltjes langs je nek, een kusje... Gewoon "ik ben er, je doet het goed, ik ruim straks wel af...", de vanzelfsprekendheid waarmee je samen in de kuil van de doorgezeten bank ploft, mijn hoofd in zijn schoot of zijn hand kriebelend door mijn krullen... Gewoon "kom maar lieverd, val jij maar gelijk de eerste 5 minuten van onze Netflix serie in slaap, ik vertel je wel wat er gebeurd is..."
Dat "Gewoon" is er dus niet meer. Maar de behoefte aan dat troostende "gewone" comfort is des te hoger. Maar tegelijk blijft het taboe... Ik vond het zelfs taboe om er zèlf over te denken. Hoe kon ik nu behoefte hebben aan aanraking (zelfs van iemand anders dan Bram), terwijl mijn lijf nog zo'n pijn heeft van verdriet?
Toen ik dus op een berichtje stuitte op één van de twee Facebookgroepen (ik weet niet meer welke) over een boekje dat "RouwLust" genaamd was en ging over Huidhonger bij weduwen, was ik getriggerd en hoefde ik niet zo lang na te denken. Ik heb toch al een halve mini-bieb aan boeken over rouw, deze kon er makkelijk bij, want dìt onderwerp had ik nog nergens terug gezien.
Een boekje waarin ik dus zowel herkenbaarheid in vond, zoals in het tekstje, maar ook van schrok. Mijn RouwLust beperkt zich tot behoefte aan aanraking, niet seksueel, maar "gewoon" affectie van mensen waar ik een vertrouwensband mee heb. In dit boekje gaat het soms veel verder, over vrouwen die al veel langer hun partner moeten missen, maar ook vrouwen die nog maar kort weduwe zijn. Die behoefte hebben om begeerd en bemind te worden, behoefte hebben aan seks. Zij schamen zich ook. Ze doen - veelal poëtisch - letterlijk een boekje open over alle extra onzekerheden en schaamte. En ik raak ervan onder de indruk. Is dit wat mij nog te wachten staat? Hoe moet dat dan? Ik heb met mezelf (en een soort van met Bram en Dana) afgesproken dat ik niet - omwille van Bram - de rest van mijn leven alleen hoef te blijven. Maar nu voelt het wel nog alsof ik nooit meer wil en durf. Als ik al wegzwijmel bij een romantische film of serie, kan ik me niks anders voorstellen dan samen zijn met Bram. Het maakt me verdrietig, want het zal nooit meer zo zijn... Nooit meer zo bekend, fijn, ongecompliceerd en zonder schaamte om mijn lijf, mijn onzekerheid en mijn klunzigheid. Nu gonst in mijn hoofd steeds rond of dingen wel gepast zijn (überhaupt of corona technisch), of mensen er niet iets anders van denken. Vrágen om een knuffel of een schouder (van een bevriende volwassene), omdat ik het zo mis, hoe ongemakkelijk is dat! En als je erom moet vragen is het moment waarvoor het nodig is of was al meteen weer voorbij en blijft er een beladen sfeer over. Een knuffel geven, krijgen of "nemen" op het exacte moment dat ik, of de ander hem nodig heeft, een hand vasthouden als ik me bang en kwetsbaar voel, over iemands rug wrijven als ik wil troosten, warmen, liefhebben, het is niet vanzelfsprekend meer en dat doet vreselijk zeer, want het is zout in de wond die er toch al zat.
Ondanks dat het boekje me shockeerde, hielp het me om het te lezen. Ik denk steeds dat ik gek ben (gekker dan dat ik eerst was). Ik leer (veel te langzaam) dat dat komt omdat ik nauwelijks referentie kaders heb in mijn vertrouwde, comfortabele, zorgvuldig opgebouwde veilige omgeving. Gelukkig voor al die lieve en fijne mensen om mij heen, natuurlijk, blij dat zij niet (jong) hun partner verloren zijn. Maar moeilijk voor mij om in mijn omgeving houvast te vinden. Zeker als het gaat om deze intieme, privé zaken. Die ik overigens nu gewoon op een openbaar Blog knal, maar wie taboe's wil doorbreken, moet semi-letterlijk, met de billen bloot.
Side Note: Nu niet morgen allemaal op me duiken hoor... Ik heb net als altijd een flinke persoonlijke bubbel en een hoge muur van schaamte. De huidhonger is er, maar niet permanent...
Reactie plaatsen
Reacties
Wat een geweldig boek!! Waar kan ik dit kopen?
Als je via de pagina "boeken" naar het boekje "Rouwlust" scrollt (beneden aan), heb ik de link naar de pagina om te bestellen toegevoegd.
Veel leesplezier!
Wat verwoord je dit ook weer mooi. Een taboe bespreken vanuit je hart. Love you!
Ik ben Jan uit Schiedam en nu 26 maanden weduwnaar na het overlijden van mijn lieve vrouw en moeder van onze 4 kinderen. Al heel snel had ik zo last van die huidhonger. Ik miste en mis de aanraking en de warmte en de intimiteit en genegenheid en de verbinding. Ik miste de aai over mijn bol en het contact. Ik heb op Facebook een paar oproepen geplaatst in een knuffelgroep dat ik op zoek ben naar een knuffelvriendin. Tot de dag van vandaag niets gevonden. Ik legde uit dat ik geen sexueel contact zocht, gewoon een knuffelvriendin zonder sex.