Ronald van der Riet
Vandaag vloog het me weer even binnen. Het is toch zo wie zo met kerst al wel een tijd van herinneringen, want Syl, die zo gek van kerst was, is er zaterdag alweer twee en een half jaar niet meer. Dat besef zal voor mij wel altijd aan tweede kerstdag verbonden blijven. Maar vandaag was ook zwaar; maar niet zozeer voor mij. Ik had alleen maar de herbeleving, maar voor een groepsgenoot van me indertijd bij het Toon Hermans Huis. Ook haar man heeft de strijdbijl nu neer moeten leggen en laat haar achter, met twee jonge kinderen.
We waren er even. Lady Bi wilde me graag flankeren en speelde privéchauffeur. Corona bepaalt nu de vorm, die mensen moeten kiezen, voor dit soort dagen. Het zou haar fijn lijken als haar man door een erehaag uitgeleide werd gedaan uit hun straat. En dus zijn we vanmorgen even heen gegaan.
Het was mistroostig weer. Dan motterde het even en dan weer niet. Toen we aankwamen was het nog redelijk rustig in de straat, maar in de resterende tien minuten liep het aardig vol. De straat vulde zich met een zacht geroezemoes van mensen met dezelfde taak als wij. Maar toen links van ons de rouwwagen de straat in draaide viel er een doodse stilte, die luid klonk. Ik had mijn hoed op gezet vanwege de wellesnietesneerslag en bij het naderen van de wagen werd ik me er plots bewust van. Snel schoot mijn hand naar boven en ontdopte mijn kop.
Langzaam gleed de wagen voorbij. Mijn voormalig groepsgenootje met haar kids voor de kist. Een koude rilling schoot door me heen. Dit voelde héél bekend; té bekend! En dus hield ik de arm van Bi iets meer tegen me aangeklemd. Ik wist wat zij zou kunnen voelen en leefde mee. Onwillekeurig gingen mijn gedachten naar een collega van me. Haar man is ook ziek. Zijn behandeling is gestart en dat brengt hen midden in een zenuwslopende tijd. Je hoopt dan maar dat dit haar nog heel lang bespaard mag blijven.
Dit gebeurt me te veel.
En toen draaide de wagen de hoek om en verdween uit het zicht. Nog even bleef de stilte hangen en waren de mensen bewegingsloos. Het voelde als een soort anticlimax. Dit was het; dit was alles!
Het voelde niet af, maar toch ging het terug naar de limousine met chauffeur, om huiswaarts te keren. Wij waren klaar, zij moest verder. Verder door de dag, verder naar morgen, door de leegheid, door het verdriet, door het gemis. Wat ken ik dat!
Maar gelukkig weet ik ook dat, als je het toelaat, na regen zonneschijn komt! Alleen de weg waarlangs! Ik wens haar èn haar kids alle kracht die ze nodig hebben. Ik weet dat ik het goed heb kunnen gebruiken.
Reactie plaatsen
Reacties